Petje af voor Cohen, Sap, Rutte en ‘provincialen’

Tweet vanmorgen van Job Cohen: ‘Op weg naar Zwolle, benieuwd naar Overijselse banenplan.’ De PvdA is lang geleden verdwaald in het doolhof van de allochtoon en diens integratie. Nog steeds ontbeert de partij een helder geluid. En krijg je een politieke kracht met roos in beeld dan denk je zelden ‘zo, wat een kwaliteit.’ Maar vandaag alleen respect.

Een andere keer kom ik daar op de inleiding terug. Met rugnummers en namen. Ook zal ik dan mijn meninkje geven over hoe dan wel. Welke missie er echt toe zou doen. Maar nu dim ik als GroenLinkser even….

Ik probeer mij voor te stellen hoe Cohen deze morgen opstond, hoe hij de dag tegemoet zag en hoe hij de monstertocht naar het achterland gemaakt heeft. Hoe vaak zou hij alleen al in die ene rit richting de ‘blauwvingers’ stiekem verzucht hebben ‘was ik nog maar burgemeester’. Chauffeur: ‘Zei u iets, meneer Cohen?’ ‘Dat ik hoop op tijd thuis te zijn voor Arsenal-Barcelona.’ ‘Ik dacht dat u meer met zwemmen had?’ ‘Klopt, maar je zult net zien dat iemand ernaar vraagt en dat ik de uitslag niet ken en dat dan zo’n interviewer opmerkt dat ik blijkbaar op geen enkel gebied de cijfers ken.’

De vorige alinea is niet bedoeld om Job Cohen ook maar voor een fractie te kijk te zetten? Nee, ook al doet de voorman van de PvdA het minder goed dan verwacht, ook al zal hij de verkiezingen wellicht verliezen (wellicht, want hij heeft van Sap zo’n zeteltje of 3 in de schoot geworpen gekregen) en behoor ik tot de lui die geloven dat ‘de boel bij elkaar houden’ niet meer voldoet, dan nog zie ik Cohen zitten in die auto en golft warm respect op.

Waarheid bestaat niet. Een mening is een mening en nooit superieur aan de andere. Al zijn feiten wel feiten. Het morele gelijk van (oud-)links is stuitend. Bijna alle politiek komt neer op opportunisme. En je hoort mij niet zeggen dat Sap een beter mens is dan Wilders (waarom, op basis van welke aannames?).
Al deze beweringen zal ik nog genoeg uitdiepen. Vandaag alleen ‘petje af’ voor alle vrouwen en mannen, van welke pluimage dan ook, die ons land dienen.

Cohen breekt zich het hoofd over het verlieslijdende streekvervoer in Zwolle en omgeving, Roemer staat weer ergens bij een hek een actie te ontketenen, Verhagen debatteert met bijbelcritici over de zinsnede ‘laat de kinderen tot mij komen’, Sap vertelt over de zilverdoppen die haar ouders van de lege melkflessen haalden als bijdrage aan de missie in Afrika, Rutte overlegt met een omroep over de serie ‘premier zoekt partner’ en Wilders is bezig uit te zoeken of er aan de productie van zijn waterstofperoxide toch echt geen moslimhand te pas is gekomen.
Allemaal zijn ze in actie met in hun kielzog de ‘provincialen’ voor wie die verkiezingen feitelijk bedoeld zijn. Samen doen ze het toch maar, dat werken aan en voor de publieke zaak.

Cohen had nog burgemeester kunnen zijn van ’s werelds mooiste stad, Sap hoofdredactrice van Happinez, Rutte bankdirecteur, Verhagen eigenaar van een bureau aangaande strategische ontwikkelingen in de markt van iets, Roemer mag ingeschat worden als uitbater van café ‘Beentjes van de werkvloer’, en zo door.

Maar waar de een, Camiel Eurlings, afhaakt, als blaag directeur wordt van een bedrijf, KLM, waarmee hij als politicus zaken deed, en zijn zakken vult, daar tuft Job Cohen op een zonnige woensdag over de A28, breekt zich als kwaliteitsman op zijn 63e het hoofd over Overijselse banenplannen en spreekt met een bevlogen ICT-ondernemer. Goed, goed, dat iedereen mag winnen!

Dit bericht is geplaatst in Columns Leidsch Dagblad, De Dolende Man (roman). Bookmark de permalink.