Waarom links het volk niet ziek moet noemen

Bas Heijne schrijft een column in NRC, ‘De ziekte die Holland heet’, collega Bert Wagendorp, Volkskrant, leest het stuk en zegt in een tweet ‘chapeau’. Beiden respectabele journalisten, samen de publieke opinie behoorlijk beïnvloedend. Vooral ook omdat de progressieve lezer van hun kranten meestal niet veel wakkerder is dan die van de verketterde T.

Je neemt zo’n stuk tot je en denkt voor de zoveelste keer aan hetzelfde relaas begonnen te zijn. Een andere kapstok, dit keer gezocht en gevonden in de telecomhoek, maar de opgehangen jas is er andermaal een van versleten, oudlinkse snit. Het volk zeurt, het volk is de weg kwijt, het volk laat zich onvrede aanpraten door populisten van rechts en, sjonge, de handel springt erop in. Open deur geschrijf.
Er bestaat een hang naar het hervinden, herbenoemen, herbevestigen van de Hollandse identiteit. Dat is een logisch uitvloeisel van de snelle demografische ontwikkelingen de laatste 30, 40 jaar. Het volk vroeg daar niet om. Het waren de intellectuelen die als altijd de touwtjes in handen hadden. Dezelfde lui dus die het proces van integratie de eerste 30 jaar op zijn beloop lieten. Daarna kwam er in de ‘verwerking’ en acceptatie van het grote aantal nieuwe Nederlanders een inhaalslag. Soms slaat de slinger daarin door naar de andere kant.
‘Hoe kon dit gebeuren’ vraagt volksman/vrouw zich af. ‘Wilde ik dit? Hadden er niet wat niet wat eerder regels gesteld mogen worden? Wie noemt eens man en paard? Waarom laten uitgerekend de partijen waarmee ik me verbonden wist mij in de steek? Ze zeggen ook nog om de klipklap dat ik fascist ben, een vreemdelingenhater. En dat de gewone man lijdt aan chronische ontevredenheid. Waar wonen ze dan zelf? Midden in een verkleurde wijk? Doen ze hun kinderen op zwarte scholen soms? Kennen ze eigenlijk wel het gevoel ontheemd te zijn in de buurt waarin ze geboren en getogen zijn? Natuurlijk was die Fortuyn een rare nicht en deugt die Wilders in sommige zaken niet. Maar wat dan, op wie dan stemmen? Op een van die linkse partijen die de boel te lang op zijn beloop hebben gelaten?’
Links repte altijd bevlogen over de strijd voor het volk. Een strijd die te vaak met de mond werd beleden, verder niet. Naast de harde constatering dat socialisme/communisme mislukt zijn (kom ik een andere keer op terug) moet worden vastgesteld dat de meeste socialisten vooral in de salon, welgesteld, welgekleed, weldoorvoed zich verbaal opwonden over ‘sociaal onrecht’. Dat is zo tot op de dag van vandaag. Het geweten moet gesust, nietwaar.
En nu is het volk stout, het luistert niet meer in zijn geheel naar de linkse bovengestelde, die weet hoe het hoort te denken en handelen. Daarom moet het volk billenkoek krijgen. Ontevreden rapaille is het. Die sfeer ademt ook weer dit artikel van Bas Heijne. Nog niet een millimeter gaat de hand in eigen linkse boezem.
Natuurlijk moet de zwakke beschermd worden in onze op het recht van de sterkste gebaseerde samenleving. Die taak, van waakhond, voerde en voert links goed uit. Dat leidt tot minder sociaal onrecht. Prima. Ben daarom lid van GroenLinks (om ieder misverstand weg te nemen).
Maar twee kanttekeningen hierbij: de oude strijd tussen links en rechts, zoals die nu al tientallen jaren wordt uitgevochten, heeft, feit, uiteindelijk geleid tot de samenleving zoals we die nu kennen. En die deugt niet. Het moet anders, maar ook daarover later meer op deze site.
Zolang het uitzichtloze, visieloze gehakketak van links/rechts nog plaats vindt, moet het linkse intellect ophouden het volk te beledigen. In zieltjes terugwinnen door op een rare manier Wilders te bevechten (andere keer ook hierover) schuilt het antwoord niet. Ook niet in een eventuele aanslag op de geblondeerde politicus. Links moet moedig durven analyseren waar die vermaledijde volksziekte, dat vermeende populisme vandaan komt, waarop het stoelt. Daarin past zo’n stuk van Heijne niet zo goed.
Links claimt altijd het morele gelijk. Rechts is fout en behoort na drie verkeerde woorden toch wel als fascistisch bestempeld te worden, dan wel gelieerd aan het kwaad van het Derde Rijk. Zo vervelend. Jij hebt die mening, de ander een andere. Respecteer keuzes. Wij mogen dan links lullen en rechts vullen, een gezamenlijke vijand moeten we hebben. Dat verenigt. Nu heet die Wilders, straks weer anders. Mogen de ramen open ter linkerzijde?
Tot slot nog even het vuiltje wegwerken dat commercie heet. Heijne onthult in zijn column dat de handel nu ook al de hang naar Hollandse identiteit, gekoppeld aan die mesjogge onvrede van het volk aan het uitbuiten slaat. Gek, hé. Terwijl er bij het WK toch nauwelijks oranje-prularia verkocht zijn.
Sorry, het zou pas nieuws zijn als de bedrijven geen slaatje zouden slaan uit de tijdsgeest. En daarenboven: kunnen NRC en Volkskrant zonder commercie? Adverteert laatstgenoemde medium niet in drie maanden tijd meer voor de verkoop van zijn Coen-films dan dat het ooit uit idealisme deed voor Artsen zonder Grenzen of, pak hem beet, het WNF?
Niets is zwartwit. Waarheid bestaat niet. Heijne, Wagendorp en andere linkse lui bedoelen het goed, zijn zuiver op de graat. Maar zo ook Rutte, Kamp, of Leers. En Wilders mag dan doordraven, (zijn antwoorden op de niet weg te kletsen onvrede zijn de mijne niet), maar misschien is het ook wel een mens en misschien is ook hij er welgemeend van overtuigd het goed te zien en te bedoelen.
In ieder geval heeft hij het kruit niet verzameld. Alleen al daarom zou het links sieren als er wat beter, vooral moediger werd nagedacht en als in het verlengde daarvan alle Henken en Ingrids niet zo simpel werden weggezet werd als ratten die zich uit onterechte onvrede te gemakkelijk laten vangen door Wilders.

Dit bericht is geplaatst in Columns, Columns Leidsch Dagblad. Bookmark de permalink.