Leers bestuurt, maakt vuile handen

Volkskrant-columnist Bert Wagendorp schreef een column, Ministers Leers, die mij om verschillende redenen een ongemakkelijk gevoel gaf. Voorzichtige bedenkingen, verder kom ik niet. Nee, niet op de man, nooit op de man. Gebeurt al te vaak.

Voor Bert Wagendorp heb ik een zwak. Hij las De Dolende Man, alleen al daarom. Maar ook omdat hij de moeite nam voor een oprecht, streng advies: ‘Raak niet verveeld, blijf vooral doen wat je kunt, tenniscommentaar geven, sportinterviews maken, sportcolumns schrijven. Vergeet het ‘andere’ schrijven. En ook de liedjes.’
U leest dit stukje, deze wellicht kromme uitspattingen van een ongehoorzame man, die blijkbaar niet los kan komen van het verlangen ‘een ander geluid’ te laten horen. Het verlangen ‘bij te dragen’ aan het grote geheel.
In De Dolende Man keert regelmatig, na weer geconstateerd peilloos wereldlijk leed en immense chaos, het zinnetje terug: ‘En boven liggen de kindjes’. Mag je je er tegenaan blijven bemoeien? Moet dat niet zelfs, uit iets als vaderzorg bijvoorbeeld?

Al eerder gaf ik aan dat ‘zo schrijven dat u denkt, die heeft een gave pen’ een gepasseerd station is. ‘Een station waar je nooit bent aangekomen, jongen, denkt u (of Bert) wellicht. Kan, kan. Maar blijf erbij op deze site. Blijf erbij en meer en meer beaamt u misschien dat een strakke stijl zonder opsmuk, overeind blijft.

Mijn ongemakkelijke gevoel bij het neerpennen van dit repliekje betreft niet alleen mijn respect voor Wagendorp, maar ook de inhoud van zijn betoog. Daar kun je het namelijk als het gaat om het ten onrechte uitzetten van asielzoekers (in het geval van Abul Nezam Azimi met de dood als gevolg, vermoord door de Taliban) alleen maar mee eens zijn.
Dus wat op te merken, wat ter discussie te stellen?

Het gaat me om twee zaken die te weinig aan de orde komen, waardoor het geheel uiteindelijk een te gechargeerde en ook niet wijze indruk achter laat.

Om te beginnen is de column me qua taalgebruik te stevig: ‘…toonde Leers zijn Januskop… een politieke schizofreen…politiek betekent voor Leers dat hij dingen moet doen die hij eigenlijk niet wil doen…., enz.’
En dan de alinea: ‘Hoho, een en ander gold niet voor ‘gelukszoekers’ zei de minister Leers. Het gold alleen voor mensen die konden aantonen dat ze ‘waren vermoord of verkracht’. Liefst vermoord, vanwege de beperkte opvangcapaciteit, mits voorzien van een geldig paspoort, bewijs van foltering en geldige getuigenverklaringen.’

Cynisme dat ver strekt. Beticht je een ander mens daarvan? Zou Gerd Leers een ondersoort zijn, eentje waarnaar je, omdat je zelf zonder zonden bent, stenen mag gooien? Soms siert het de schrijver om, ook al denk je het gelijk aan je zijde te hebben, een beoogd slachtoffer niet verbaal te stenigen. Dat kun je dan ook niet goedmaken door er in een laatste alinea een pleister op te plakken: ‘In VN kreeg hij de complimenten van Sietse Fritsma van de PVV. Dat vond Gerd Leers vermoedelijk fijn, maar het moet hem diep in zijn gespleten ziel tevens meer pijn hebben gedaan dan alle kritiek van anderen bij elkaar.’

Zou Leers dat na het lezen van ‘Minister Leers’ echt hebben gedacht?

Dat laatste brengt mij bij de opmerking dat de column niet ‘wijs’ over komt.

Altijd is er een voorgeschiedenis. Een andere keer kom ik hier uitgebreid op terug, nu alleen in staccato: integratie allochtoon moeizaam, onvrede volk, gevestigde politieke partijen (zowel ter linker- als rechterzijde) reageren laat en halfslachtig (nog steeds), LPF en nu PVV gaan grof met de materie aan de haal, kabinet valt, verkiezingen, er is geen meerderheid die stemt op het superieure gelijk van links, mislukte onderhandelingen over Paars, leidt tot brakke constructie met PVV in onevenredig grote machtspositie, kon het anders?, het land moest wel bestuurd worden, iets waarvan we de noodzaak nog pijnlijk zullen ervaren als binnenkort dit kabinet sneuvelt….. en dus was er eerst een burgemeester Leers en nu een minister Leers, die soms niet anders kan dan handelen in strijd met het diepste van ziel.
Je kunt er ook respect voor hebben, dat iemand het wil doen. Leers zegt en doet nu andere dingen dan toen hij die mooie stad aan de Maas bestierde. Gek? Valt mee, wie bestuurt maakt vuile handen. Altijd, overal.
Die wetenschap had de kritiek milder kunnen maken. Er had ietsje meer respect voor de mens Leers uit kunnen spreken. Voor de idealistische stuurlui aan de wal is het altijd ‘vrij schieten’ op de mannen/vrouwen in de praktijk. Mag dat af en toe met een los floddertje, niet zo met scherp? Wordt een column minder als je beide kanten van het verhaal laat zien?

Dit bericht is geplaatst in Columns, Columns Leidsch Dagblad. Bookmark de permalink.