'En alles is zinvol omdat we samen zijn'

Dagen van het woord, dagen van doen. Er zijn was groots vandaag. Geen verlossend woord nodig. Stap, stap, kijken, zien, horen en voor en achter het almaar gelukzaliger, vermoeider lijf gelijkgestemden weten, vrienden, vriendinnen. Veel gedeeld, vakanties, dat viltje na twee weken Zwarte Woud: ‘Alles is zinloos, maar alles is zinvol omdat we samen zijn.’
Zo’n dag was het, superieur aan alle denkdagen.

Gedachten, vergeefse taalkunst, klanken, woorden gerangschikt, ach, doe maar willekeurig, geen verschil, het is en blijft als rationaliteit verkocht absurdisme, altijd.
Het enige werktuig om het onnodige leed om ons heen te verklaren, er een tikkeltje mee in het reine te komen is de taal. Maar eerder nog vlak je een berg met een speld. Oei, en dan ook nog de stille en soms geheel niet stille hoop dat het woord kan rechten wat krom is en dat taal een vehikel naar vooruitgang is, ja zelfs verandering van de gang van zaken kan bewerkstelligen.
Kalm, rustig, jullie dwaze, oh zo ware, maar ook hoogmoedige en uiteindelijk vergeefse gedachten. Spring niet zo, jullie mogen er heus uit op deze plek. Ja, ja, de spraakverwarring mogen jullie echt wel verder vergroten. Kan het erger?
Zou die graaf Floris zelf ooit dit pad gelopen hebben? Hij zal toch wel gedragen zijn op die stukken vette zompige drijfklei? Hoe maalde zijn middeleeuwse hoofd? Had hij oog voor de hemelschone Ankeveense plassen? Of toch vooral voor de jonge, nog strakke, nog pronte boezem van zijn nichtje naast hem?
Eerst mist, goed, verhulde pracht. Een vroege vogel, een leeg gevreten zwaan, de verstilde kracht van de natuur, de kalme nederigheid die dat meebrengt, het water dat de eerste, nog fletse stralen van de zon weerspiegelt, lopen, lopen, even een grap en grol, een broodje, lopen, bedwelming, maar toch ook de door voeten en benen gedirigeerde opluchting dat er na 4 uur overgave een uitspanning is met koffie en, ja, taart met slagroom.
Lezen hoe je fout moet lopen, de waard die een bushalte aanbeveelt die de al bijna afgevallen benen tot nog extra kilometers dwingt, hoe ga je, hoe kindlief, nee, geen verlossende woorden, maar gewoon de balsem van zoete aandacht en contact gevangen in taal.
Konden we maar. Was er maar niet. Stop het gepruttel, jongen, ontheilig deze dag niet. Zo, nu eerst de kramp in beide kuiten bestrijden.

Dit bericht is geplaatst in Columns, Columns Leidsch Dagblad. Bookmark de permalink.